Louis rijdt hulptransporten naar Oekraïne

Klompen als ijsbreker

 

Op 24 februari is het twee jaar geleden dat de oorlog in Oekraïne uitbrak.

Kort na het uitbreken van de oorlog krijgt Louis van der Meer een berichtje van een oud-collega die een hulptransport rijdt. Hij twijfelt geen moment. “Als het nodig is, ga ik mee”, appt hij terug. Inmiddels is Louis al zes keer vrijwillig naar Oekraïne gereden met een vrachtwagen vol hulpgoederen. Een ervaring die zijn kijk op vluchtelingen heeft veranderd, vertelt de chauffeur uit Friesland. 

Louis van der Meer, is 58 jaar, tankwagenchauffeur bij Slump Oil uit Heerenveen

“Ik rijd voor Slump Oil met diesel de provincie rond. Het is mooi werk, waarvoor ik vaak bij vaste klanten kom. In maart 2022, net na het uitbreken van de oorlog, krijg ik een bericht van mijn oud-collega Henk. Hij rijdt een hulptransport naar Oekraïne en ik volg hem via de reis-app Polarsteps. Ik stuur hem direct een appje terug en laat hem weten dat ik ook wel wil rijden.

Weet je wat het is? Veel mensen zeggen zoiets, maar als puntje bij paaltje komt, doen ze het toch niet. Voor mij is dat anders. In april 2022 ben ik met Henk voor de eerste keer naar Oekraïne gegaan. Ik heb geluk met mijn werk, dat het mogelijk is zo’n reis te maken. Overuren genoeg. En mijn collega’s en baas zeggen: ‘Altijd gaan, wij hebben er begrip voor’.” 

Lege blik in de ogen

“In april 2022 vertrekken we voor mijn eerste rit. Ik had wel eens eerder in Duitsland gereden, maar in Polen nog nooit. Het beeld van Polen moet ik bijstellen. Het is daar moderner dan ik dacht, en de wegen zijn er goed. Tot de grens bij Oekraïne is het allemaal wel gezellig. Maar vlak voor de grens komen we de eerste vluchtelingen tegen. Voornamelijk vrouwen en kinderen. Dat is heel erg om te zien.

Ze hebben een rolkoffertje of rugzak bij zich. Verder niets. Wat me die eerste keer direct aangrijpt, is dat ze allemaal dezelfde lege blik in de ogen hebben. Ze hebben helemaal niets meer, hebben huis en haard verlaten. Als je die blikken eenmaal hebt gezien, wil je alles voor deze mensen doen.”

Gebombardeerde flats

“De eerste twee keer lossen we net over de grens. Dat stelt niet zoveel voor. De derde keer is het anders. Die keer gaan we in het centrum van Charkov lossen, duizend kilometer Oekraïne in. Dat is een hele onderneming. Hoe dichter we bij Charkov komen, hoe meer militairen we zien, met de mitrailleurs in de aanslag. We zien tanks en moeten langs wegblokkades. De route is nog redelijk goed begaanbaar zolang we op de hoofdwegen blijven.


’s Avonds stoppen we zo’n 250 kilometer voor de stad. Pas als het ’s morgens licht is, mogen we lossen in het centrum. In het centrum van Charkov is alles helemaal kapotgeschoten. Dieptriest om te zien. We rijden langs flats die de avond daarvoor zijn gebombardeerd en denken aan de mensen die daar mogelijk onder het puin liggen. Op onze plek van bestemming, een gaarkeuken, helpen vrijwilligers met het lossen van onze pallets vol etenswaren. Als het luchtalarm afgaat, gaan ze gewoon door met wat ze aan het doen zijn. Natuurlijk is het spannend, maar ik ben niet zo snel bang.”

Frikadellendoosje

“Ik zie onze hulp als een kleine druppel op een gloeiende plaat. Ik besef dat we in relatieve luxe rijden. De eerste keer hadden we een knots van een Mercedes mee, met alles erop en eraan. We zijn ook een paar keer met een oud ding gegaan. De bedjes in de cabine van die wagen zijn net een frikadellendoosje.

Als ik me omdraai, gaat mijn collega-rijder tegen het dak aan. Het is krap, maar het heeft ook wel wat. We rijden altijd met z’n tweeën. Er gaan ook wel jongens alleen, maar dan ben je ook langer van huis. Samen gaat het sneller, en je bouwt een band met elkaar op. Henk kende ik als collega. Maar dat wordt anders dan als je samen naar Oekraïne rijdt. Dan ben je dagenlang op elkaar aangewezen. Het gaat altijd goed, een kwestie van geven en nemen.” 

Op klompen 

“We brengen van alles naar Oekraïne: van etenswaren tot ziekenhuisbedden, meubels en medische spullen. De mensen zijn zó verschrikkelijk dankbaar als we aankomen. Er zijn adresjes waar wij als chauffeurs kunnen eten en douchen. Als we aankomen, rennen mensen naar buiten, ze zijn in tranen en willen ons omhelzen.

Ze hebben niets, maar willen ons alles geven, zoals een kop koffie en een warme hap. Als ik op mijn klompen aan kom lopen, is er meteen een onderwerp om ontspannen over te ‘praten’. Het breekt het ijs zo nu en dan, bijvoorbeeld aan de grens. Iedereen wil even kijken, sommigen willen de klompen zelfs uitproberen.”

Geluksvogels

“Door de hulptransporten kijk ik nu anders aan tegen vluchtelingen. Een echte vluchteling, die moet je helpen. Sommige mensen zeggen dat wij helden zijn, of ze vinden het knap wat we doen. Maar zo zie ik dat helemaal niet. Ik rijd erheen, los mijn spullen en rijd weer terug naar mijn veilige omgeving.

Ik woon in een klein dorpje in Friesland, twee kilometer van de Waddenzee. Het is hier prachtig. Tijdens mijn reizen naar Oekraïne kom ik langs dorpjes die door de Russen helemaal kapot zijn geschoten. Van de tien huizen zijn er zeven verwoest en toch wonen er nog mensen. Dan besef je wel wat voor geluksvogels wij zijn.”

Dagenlang in de rij

Tot nu toe ben ik in totaal 41 dagen weggeweest en heb ik 28.000 km gereden. Ik heb drie volwassenen zonen en een vrouw. Zij keuren het goed dat ik ga. Maar mijn vrouw is altijd weer heel blij als ik terug ben. Toch ga ik zo weer als het nodig is. Het liefst naar Charkov, want ik wil zo dicht mogelijk bij het doel komen.

Wat ik minder fijn vind aan de reizen, zijn de soms lange wachttijden. Inmiddels mag je als hulptransport naar voren in de rij aan de grens. Maar toch voelt dat niet zo lekker. Sommige mensen staan daar dagenlang, zonder douche of wc. Het is mensonterend.

De laatste keer moesten we zelf vier dagen in de buurt van de grens wachten. Dat hoeft voor mij niet meer. Maar eenmaal thuis begint het toch weer te kriebelen. Binnenkort ga ik voor de zevende keer!”


Vrijwilligerswerk via stichtingen

Louis heeft via twee vrijwilligersorganisaties hulptransporten gereden: 

Stichting Mir Wam: mirwam.nl 

Hope4Ukraine: hope4ukraine.nl 

De 7e reis onderneemt Louis met Gerjan Wielink uit Dronten. Gerjan geeft humanitaire hulp in gebieden dicht bij de frontlinie, in samenwerking met diverse stichtingen en kerken. 


Toevoeging en update: Louis mailde aan TON na het verschijnen van het blad dat hij  24 februari 2024 voor de 8e en voorlopig laatste keer naar Oekraïne gaat, bestemming waarschijnlijk Chelmnitskyj en Donetsk. “Ik zal eerst overuren moeten sparen, maar bovenal vindt mijn vrouw het eerst wel even goed geweest.. en die vind ik toch net even belangrijker.”


Louis op het omslag van TON Magazine 112

1 antwoord
  1. Wichard
    Wichard zegt:

    Je doet het toch maar even. Je levert vrije dagen in en onkosten betaal je ook zelf. Ik snap heel goed wat je zegt.De mensen in Oekraïne zijn de helden, Grutsk en dankbaar dat je hun kunnen helpen. Ik hoop dat we nog een keer samen die kant op gaan.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *