Praten in plaats van ouwehoeren

“Dom ouwehoeren kan ik wel.” Maar echt praten? Over wat je dwars zit? Daar heeft Aart Bronkhorst (54) uit Nunspeet moeite mee. Dankzij de Inzetbaarheidscheck werkt hij daar nu aan. En dat werpt zijn vruchten af.

Zijn vrouw Ria weet wel waar het vandaan komt: “Thuis bij Aart werd er vooral gewerkt. Dan was het goed. Praten erover deden ze niet.” Aart groeit op de boerderij op. Met landbouw heeft hij helemaal niks; zijn broer gaat de zaak later overnemen. Maar verder leren is overbodig, volgens de familie. Werken is het devies. En dat doet Aart. Via zijn vader komt hij op zijn zestiende bij een veevoederbedrijf terecht, in Uddel, op de Veluwe.

Pionieren

Chauffeur wil hij worden. Dat heeft hij gezien bij zijn overbuurjongen. Op vrije dagen rijdt Aart mee. Prachtig is dat. Vanaf zijn vijfentwintigste gaat hij het zelf doen. “Dat was een mooie tijd”, zegt Aart, “Ik reed onder andere op Oost-Duitsland met veevoeder. Daar waren Nederlandse boeren aan het pionieren.” Zwaar maar leuk werk: “Toen kon alles nog. Gezellig een half uur op de koffie. Of je at ‘s middags mee.”

Kooiaap

Maar het fysieke werk eist zijn tol. In 2000 stopt hij er mee. “Een kooiaap had je nog niet. En je was toch aan het sjouwen met zakken varkensmeel van vijftig kilo.” Hij wisselt van baan en wordt ploegbaas in de loods bij Ploeger Logistics BV in Harderwijk. “Het werk was niet zo fysiek, ik had het goed naar m’n zin. Maar in 2001 werd er gereorganiseerd en raakte ik mijn baan kwijt.” Na wat omzwervingen komt hij opnieuw bij Ploeger in dienst. Op de wagen, paletwerk met indien nodig een elektrische pompkar. Hij kent de klanten en weet wanneer hij die mechanische hulp kan gebruiken. Aart is gewend om al het werk aan te nemen en nooit nee te zeggen. Bijna alle spoedritjes voert hij uit. Dat komt hem later duur te staan.

Slakkengang

Het is 2010. Aart staat op een parkeerplaats in België als het fout gaat: “Ik zat helemaal te shaken, letterlijk trillende handen. Ik belde meteen mijn chef om te vertellen dat het niet goed ging.” Het eerste stuk naar Tilburg rijdt hij nog zelf. Onverantwoord als hij er nu op terugkijkt. “Ik reed met een slakkengang en dacht dat er files stonden terwijl die er niet waren. Twee collega’s namen het bij Tilburg van me over. Ik moest tussen ze in gaan zitten.”

Altijd iets doen

Terug in Harderwijk stuurt zijn chef hem meteen naar de dokter: “Ik moest ontspannen. Dingen doen die ik leuk vond. Maar als ik thuis zat, werd ik er niet beter op. Ik was gewend om altijd iets te doen.” Na een paar weken gaat hij weer aan de slag. Hij voelt zich goed … denkt hij. Maar voor de tweede keer in korte tijd raakt hij overspannen. De verschijnselen herkent hij nu wel: “Shit heb ik weer, dacht ik. Ik ging weer naar de huisarts die hetzelfde adviseerde: rustig aan doen.”

Aart Bronkhorst rookt vis en vlees in zijn garage.

Geen oplossing

Maar de kern van het probleem wordt niet aangepakt. Nadat hij weer aan het werk is, gaat het nog geen vier maanden later opnieuw fout: “Ik had in Tilburg gekoppeld. Er waren wegwerkzaamheden. Toen knapte er iets. Ik ben toch doorgereden, Harderwijk haalde ik nog net.” Alleen rust pakken is niet meer de oplossing. Hij gaat naar een psychiater en krijgt kalmerende medicijnen. Van de cabine gaat hij naar de loods. Maar waarom hij overspannen raakt, en waarom hij zo kan uitvallen tegen mensen, dat weet hij eigenlijk niet.

Formulier

Begin 2015 organiseert Ploeger voor zijn werknemers een workshop: “Over schadepreventie en bedrijfskleding was dat”, vertelt Aart, “Op het eind kregen we een formulier, of we op internet de Inzetbaarheidscheck wilden invullen.” Dat doet hij, want baat het niet dan schaadt het niet, vindt hij “Daar hoor ik pas over een paar maanden iets van, dacht ik. Maar veertien dagen later werd ik al opgebeld door een coach, Aly Dijkman.”

Niet opkroppen

Een half jaar lang heeft hij elke maand een gesprek met Aly. Gaandeweg helpt het. Als hij bijvoorbeeld een probleem heeft met de planning, moet hij zijn gedachten niet opkroppen maar uitspreken. Niet direct, maar via de leidinggevende. Dat maakt het makkelijker voor Aart. “Ik vind het moeilijk om een gesprek met twee mensen te voeren. Ik voel me snel aangevallen. Dan klap ik dicht. Aly kan zich inleven in de situatie. Zij heeft al veel chauffeurs geholpen”, zegt Aart. “Ze weet waarover ze praat.”

Huiswerk

Aart krijgt huiswerk. Daar heeft hij niet altijd zin in, maar hij doet het netjes. Hij merkt dat hij er iets aan heeft. “Ik moet bijvoorbeeld opschrijven wat ik in een bepaalde situatie zou doen. Bij een volgend gesprek evalueren we dat. Dat je bepaalde dingen anders kan zeggen, zodat ze anders overkomen.” Wat Aart onder andere geleerd heeft over zichzelf? “Eerst nadenken, voordat ik iets zeg. Collega’s horen soms iets heel anders dan ik bedoel.”

Aanvoelen

“We speelden situaties na. Aly was dan de leidinggevende. En ik moest me verwoorden”, legt Aart uit. “Ik dacht al gelijk, dat voelt goed, want je moet elkaar kunnen aanvoelen, anders werkt zoiets niet.” Het lucht op. Aart wordt rustiger. En toevallig kan hij een paar dagen later de oefening in de praktijk brengen. “Ik gooide meteen eruit wat me dwars zat. Nou, dat ging prima.”
Ontspannen blijft moeilijk voor Aart, maar hij krijgt tips. “Ademhaling is heel belangrijk. Ik heb zo’n app op mijn telefoon staan. Die stel je in op zeven tot acht keer per minuut ademhalen. Via je buik, dan word je weer rustig en ontspannen. En het werkt ook nog!”

Figuurzagen

Hobby’s geven ook ontspanning. Houtbewerken bijvoorbeeld. Figuurzagen. Dat ontdekt hij vlak nadat hij de eerste keer overspannen is geraakt. “Op vakantie in Duitsland verkochten ze in een dorpje allerlei houtsnijwerk. Nou, dat kan ik zelf ook wel, dacht ik.” Zijn vrouw Ria vult aan: “Zo deed hij voor het eerst weer iets wat hij echt leuk vond. Toen werd Aart weer echt ontspannen.”

Visroken

In de periode dat hij de coachingsgesprekken had, bracht een collega hem op het idee van visroken. “Ik had een paar keer een makreel van hem gekregen. Dat was zo machtig lekker. Toen ben ik eens bij hem langs geweest”. Zo’n rookkast staat nu in zijn schuur. Het leukste aan roken volgens Aart? “Het opeten! En gewoon ermee bezig zijn. Je moet erbij blijven en de temperatuur in de gaten houden, dat is heel belangrijk”. Eens in de twee maanden rookt Aart paling, zalm en eendenbout. Een deel eet hij op en een klein deel verkoopt hij, zo vanuit de schuur.

Groepsverband

Veertig uur per week werkt hij nu op het kantoor. Administratieve klussen en in de avond bijspringen op de planning. Coach Aly belt eens de maand hoe het met hem gaat. Prima dus. En Aart wil zich verder ontwikkelen. “Ik wil er in groepsverband verder mee. Zodat ik kan trainen om met meerdere mensen in gesprek te gaan.”

Doe ook de check

De Inzetbaarheidscheck van het Sectorinstituut Transport en Logistiek is een online test waarmee je snel – en gratis – een beeld krijgt van hoe je ervoor staat. Lichamelijk, psychisch, qua leefstijl en loopbaan. Ook als jij je prima voelt, geeft de check inzicht. Blijkt dat je inzetbaarheid mogelijk risico loopt, dan belt een coach om je uit te nodigen voor een persoonlijk gesprek. En als je daarvoor openstaat: begeleiding.
Jezelf testen? Ga naar stlwerkt.nl/inzetbaarheidscheck

Fotografie: Arthur van Beveren

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *