Groepsportret: Het team van Gebr. Dunnink

Je moet het samen doen, in het werk. Dat gaat makkelijker als je goede collega’s hebt en de sfeer prettig is. Als je een echt team vormt. TON maakt een groepsportret bij Gebr. Dunnink in Nieuwleusen.

Rijdende Melk Ontvangst

Gebr. Dunnink in Nieuwleusen is specialist in melktransport: RMO (Rijdende Melk Ontvangst) en intra (van fabriek naar fabriek). Gerard en Alex Dunnink richtten het bedrijf in 2008 op; zij begonnen met 1 wagen en 3 chauffeurs. Nu werken er ruim 60 mensen en zijn er 21 tankwagens. Die vervoeren 16 soorten koeien- en geitenmelk, waaronder jersey- en buffelmelk. Het werk gaat dag en nacht, 24/7 door. De chauffeurs kunnen kiezen uit diverse roosters. Zoals bijvoorbeeld: 2 dagen dagdienst, 2 dagen nachtdienst, 4 dagen vrij – of 4 dagen van huis en dan 4 dagen vrij.
In 2016 overleed Alex Dunnink, geheel onverwacht. Om hem te gedenken blijft de naam van het bedrijf Gebr. Dunnink.

De eerste chauffeur

“Ik zeg weleens tegen familie of kennissen als ze een afspraak willen maken: ‘Het voordeel van werken in de melk is: je hebt altijd werk. En soms is het nadeel: je hebt altijd werk’.”

Roelof van den Berg (58) uit Lutten was in 2008 de eerste chauffeur bij Gebr. Dunnink. Hij zit sinds 1997 op de vrachtwagen. Daarvoor had Roelof een winkel in automaterialen. “In 2007 werkte ik bij Ten Cate, ook Rijdende Melk Ontvangst. Ik had wel zin in wat nieuws en zo’n startend bedrijf leek mij interessant. In het begin zaten we bij Gerard en Elma aan de keukentafel. Nu staat er een prachtig groot nieuw pand, met diverse faciliteiten zoals opslag en tankcleaning. Het informele is er wat vanaf, maar het blijft vertrouwd. Het werk vind ik nog steeds prima. Elke dag is weer nieuw en spannend. We hebben geen vaste routes, dus de afwisseling is groot. Zwaar? Lichamelijk niet, maar je moet wel tegen nachtdiensten kunnen en overdag goed kunnen slapen. Ik houd wel van ’s nachts rijden. Het is rustig op de weg en als dan in deze tijd van het jaar ’s morgensvroeg de zon opkomt… schitterend.”

Oefening baart kunst

“Het zou wel leuk zijn als er meer vrouwen voor RMO kiezen. Het is prima werk voor een vrouw: schoon en licht. En omdat een maandag zowel een werkdag als een vrije dag kan zijn, kun je alle kanten op met je agenda.”

Kim van ’t Zand (27) uit Zwolle is een van de twee vrouwelijke RMO-rijders bij Gebr. Dunnink. “Op mijn eenentwintigste besloot ik het vrachtwagenrijbewijs te halen. In oktober 2019 ben ik hier op gesprek gegaan en ik kon meteen instappen.” Toen zij haar rijbewijs nog niet had, ging Kim een paar nachten mee met de andere vrouwelijke chauffeur van Dunnink. “Ik zag het eerst niet zitten, al die krappe erfjes. Maar het valt echt mee, oefening baart kunst.

Het werk hier is heel afwisselend, de routes staan nooit vast en we hebben te maken met zestien soorten melk. Je hoort van iedereen die hier begint, dat het niet meevalt: zoveel informatie, zoveel losadressen. Gelukkig hebben wij hier fantastische collega’s die je door de eerste periode heen slepen. Ik heb een jaar nodig gehad om alles goed te leren kennen. Juist die enorme diversiteit maakt het onwijs leuk om hier te werken.”

Ik sta mijn mannetje

“Omdat ik vrouw ben en niet zo heel oud, denken sommige mensen dat ze een loopje met me kunnen nemen. Maar ik sta mijn mannetje”

Karen Tiemens (29) uit Nieuwleusen is assistent-planner. Zij werkt drie dagen per week en plant de intra-ritten (van fabriek naar fabriek). Karen volgde de opleiding mbo Handel en werkte jarenlang in winkels. Haar laatste baan was allround caissière bij een tankstation in Staphorst.

“Drie jaar geleden kregen we een dochter. Mijn werk in de avonden en weekenden was niet meer combineren. Toen ik hoorde dat ze hier iemand zochten voor de intra-planning, heb ik gezegd: Ik denk dat ik dat wel kan. Eerst heb ik een paar oriënterende gesprekken gehad met een collega met wie ik de planning zou delen.

Op 1 augustus 2018 ben ik begonnen en inmiddels kan ik wel zeggen dat ik het werk wel bijna onder de knie heb. Het enige wat wel eens lastig kan zijn, is als ik telefoondienst heb en ’s avonds gebeld wordt omdat er iets bij een fabriek niet goed gaat. Dat is soms moeilijk te combineren met twee kinderen om je heen.”

Hard werken, goede sfeer

“Ik heb nog steeds mijn RMO-certificaat, dus bij nood kan ik invallen. Dat is fijn, zo houd ik feeling met het werk van melkrijder.”

Planner Arend-Jan ter Horst (50) uit Mariënberg heeft een boerenachtergrond. Daarom vindt hij het nog steeds “hartstikke mooi” om contact te hebben met veehouders. En dat kan, in zijn werk bij Gebr. Dunnink. Arend-Jan kwam er vijf jaar geleden. “Daarvoor was ik planner bij een koeltransporteur en daarna bij een zuivelverwerker. De gebroeders Dunnink kende ik via mijn werk bij die zuivelverwerker. Zij brachten er melk. Destijds deed Gerard de planning nog zelf en had ik contact met hem. Toen hij een planner zocht, was het snel geregeld. Dit is echt een familiebedrijf, gemoedelijk, met een heel vlakke organisatie. Er wordt heel hard gewerkt in een goede sfeer. Het mooiste aan mijn werk? In principe als alles geregeld is, als het goed loopt en we ook nog een beetje geld overhouden. En dat doe je door efficiënt te plannen, samen met een goed stel chauffeurs. Want we doen het met elkaar.”

Tijd voor hobby’s

“Zwaar is dit werk niet. Je kunt er wel tweehonderd jaar mee worden.”

René Bron (32) uit Zwolle haalde zijn RMO-certificaat bij Peter Mulder RMO en Tanktransport in Rouveen, waar hij eerder werkte. René is geboren en getogen in het Friese Boyl. Hij volgde de opleiding Gemechaniseerd Loonwerk en begon in de akkerbouw. Daarna zat hij ook nog een tijdje in het exceptioneel transport. “Ik hoorde van andere chauffeurs goede verhalen over RMO. Daarom ben ik naar Mulder gegaan.” In mei 2019 stapte René over naar Gebr. Dunnink. “Ik heb het hier goed naar mijn zin.

Er is overal weleens wat, maar er zal toch gewerkt moeten worden. En de combinatie thuisfront en werk bevalt me prima.” Dat thuisfront deelt hij met Kim; ze wonen samen. Hoe het is om voor dezelfde baas te rijden? “Je begrijpt elkaar in het werk. Als je een dag later thuis bent, snapt de ander dat.” René werkt vier dagen met overstaan in de wagen. Daarna is hij vier dagen vrij. “Zodoende heb ik genoeg tijd voor mijn hobby’s: fotografie, motorrijden en vissen.”

Groeien is ingewikkeld

“Bij ieder bedrijf is wel wat. Ook hier mopperen chauffeurs wel eens, maar ik hoop dat ze met plezier hun werk willen doen.”

Elma Dunnink (51) uit Nieuwleusen noemt zichzelf ‘manusje-van-alles’. Als vrouw van directeur Gerard regelt zij de urenregistratie, verloning, hr-taken, de reiniging van tankauto’s, de schoonmaak en al het andere werk dat blijft liggen. In 2009 ging zij meedraaien in het bedrijf. Daarvoor werkte ze bij een callcenter en voedde ze hun drie dochters op. Elma zag van heel nabij Gebr. Dunnink groeien.

“De eerste vijf jaar kwam er iedere keer 1 auto bij. Na het zesde jaar ging het hard. Onze klanten Ausnutria, Farmel en Holland Goat Milk blijven groeien en dan groeien wij dus mee.” Groot worden is ingewikkeld, merkte Elma. “Als je meer dan 25 personeelsleden in dienst hebt, krijg je met extra regelgeving te maken. En je hebt meer mensen en dus ook meer meningen.”

Het vinden van goed personeel wordt ook steeds lastiger. “We zoeken via advertenties en Facebook. En mensen meldden zichzelf. Dan hebben ze chauffeurs van ons gesproken en denken: Daar moet ik eens gaan kijken. Dat is mooi, want zonder personeel ben je niks.”

‘Oude rot’ in opleiding

“We helpen elkaar hier. Je kunt altijd een collega bellen als je iets niet weet. En iedereen is gelijk. Dat ligt ook aan de instelling van de directie.”

Luppo Nijenhuis (54) uit Nijeveen komt net kijken bij Gebr. Dunnink, al is hij een ‘oude rot’ in het vak. Was bulkwagenchauffeur, koppelchauffeur, reed walkingfloor losgestort. Zijn laatste baan was bij Haveman Transport in Uffelte, waar hij voor Agrifirm reed. “Daar heb ik drie jaar gewerkt. Ik was aangenomen om vanuit Meppel de mestkuikenboeren te bedienen. Maar ik moest steeds meer vanuit Meppel naar Zwolle rijden, omdat het in Meppel te rustig werd. Dat werden te lange dagen. Toen heb ik gebeld met Dunnink en ik kon meteen beginnen.

De regelmaat van vier dagen werken, vier vrij speelde ook een rol.” Dat was in februari dit jaar. Luppo is nog in opleiding. “Ik ben eerst met verschillende chauffeurs mee geweest om het werk te leren kennen. Dan moet je het ‘schepdiploma’ halen. Iemand van het COKZ, de controleur van zuivel, gaat met je mee en kijkt of je op de juiste wijze monsters neemt. Je krijgt dan een jaar ontheffing en binnen die tijd moet je de cursus Chauffeur Rijdende Melkontvangst volgen. Daar begin ik hopelijk binnenkort mee.”

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *