Column: Geduld
Het stroomt van de regen en de files groeien. Het is nog donker. Op mijn ritlijst staat een distributiecentrum dat nieuw voor mij is. Ik wil er graag voor de lunchpauze zijn. Het is erg druk en ik moet even zoeken. Als ik het heb gevonden, loop ik groetend langs een groepje en lever m’n vrachtbrief af bij de balie.
Er is helaas sprake van een uitgestelde koffiepauze. Ik moet een halfuur wachten. Wachten? Ik? Als vrouw ontvang ik normaal gesproken direct alle medewerking, krijg ik meestal voorrang en wordt m’n lading van de klep gehaald. Deze behandeling valt vies tegen. Ik merk dat ik verwend ben geraakt.
Geef me dan een laaddock, probeer ik degene bij de balie te vermurwen. Het is maar een klein pallet. Maar nee, niemand laat vanmorgen voor mij de koffie staan. Buiten rookt de groep tevreden verder. “Neem lekker koffie, wijffie!” Ik ontplof bijna. Na het uitladen vertrek ik met een boos hoofd.
Ik moet aansluiten bij het volgende laadadres, dus ik parkeer en meld me op kantoor. Iedereen is druk. Deze keer wacht ik geduldig tot iemand mijn kant op komt. “Mooi T-shirt,” zeg ik ondertussen tegen de receptionist. Verrast kijkt hij me aan en voor ik het weet hebben we een gesprek over zijn shirt. Gekocht na de eerste marathon die hij liep nadat hij was gestopt met roken. Ik deel mijn ervaring met stoppen met roken en hij luistert begripvol. Hij geeft tips om vol te houden én een laaddock.
Opgewekt ga ik lossen en neem me voor in het vervolg wat relaxter te wachten. Geduld is een schone zaak. Hoe gezellig zou het worden als iedereen die moet wachten stampvoetend door een DC loopt?
Marjon Langereis is chauffeur bij Ben Becker International BV en een van TON’s twee columnisten.
Dat de dame van de column er maar van uit gaat dat zij een speciale voorkeursbehandeling moet krijgen vind ik nergens op slaan. Wij komen allemaal om te lossen of te laden en moeten netjes op onze beurt wachten. En als je dit werk wilt doen ben je gewoon één van de chauffeurs en geen “speciaaltje”!!!!