Verkeerde communicatie speelt de waardering voor het chauffeursvak parten

Wat schort er aan transport en logistiek? En wat doe je eraan? In ‘Als je het mij vraagt …’ krijgen mensen met een mening de ruimte. Deze keer: Antoon Gijsbers uit Gemert. Hij vindt dat verkeerde communicatie de waardering voor het chauffeursvak parten speelt.

Antoon Gijsbers (44) uit Gemert vindt dat er op het chauffeursvak wordt neergekeken. Daar moet iets aan gebeuren. Niet dat hij de illusie heeft het probleem te kunnen oplossen. Maar de boel mag best wakker geschud worden. 

Wat zit je dwars?

“Als alle chauffeurs een dag of twee stoppen met werken, zijn de supermarkten snel leeg. Dan zou het publiek eens merken hoe belangrijk de transportsector is. Want mijn jarenlange ervaring zegt me dat we in het geheel niet de waardering krijgen die we verdienen. En dat wordt voor een deel gevoed door verkeerde communicatie.”

Waar blijkt dat uit?

“Zolang ik weet, kijkt de meerderheid van de bevolking neer op vrachtwagenchauffeurs. Ze zien ons als mensen die dom achter het stuur zitten en al bellend, append en etend het ene na het ander ongeval veroorzaken. Het beeld is dat we ons niets aantrekken van het overige verkeer en lekker ons dagje volsturen. Dat we maar wat aanklooien. En als het op tv over chauffeurs gaat, laten ze een show-Amerikaan zien, inclusief trucker met klompen en cowboyhoed. Dan is het niet gek als er weinig instroom in het transport is.”

Er is nu toch een campagne om nieuwe chauffeurs aan te trekken?

“Dat klopt. Maar ik denk niet dat je daarmee goed gemotiveerde mensen binnenhaalt. Een baangarantie is geen goede reden om voor het vak te kiezen. Je wordt als chauffeur geboren, dat kun je niet op latere leeftijd worden. Het is dus zaak jongeren al vroeg te bereiken. Laat mensen zoals ik voor een zaal jongelui vertellen waarom ze ooit wakker werden en dachten: Ik word chauffeur. Niet gevoed door vader of oom, maar gewoon omdat je graag een stuur in je handen houdt.”

Hoe zou jij dat verhaal dan vertellen?

“Ik zou laten zien dat je het beroep op meer manieren kunt beleven. De hele-week-van-huischauffeur, met een eigen leuk ingerichte auto waaraan hij aan gehecht is. Het distributiewerk, waarbij je minder vaak een eigen auto hebt. Maar wel meer vrije tijd, omdat er drie of vier dagen in ploegendienst wordt gewerkt. Kortom, Ik zou alle pluspunten naar voren halen, maar ook de keerzijde laten zien. Bijvoorbeeld dat jij vaak de eerste in je straat bent die ‘s morgens op zijn fietsje stapt om naar zijn werk te gaan.” 

Wat kan er volgens jou nog meer gedaan worden?

“Als er één Europese markt is, maak dan ook alle regels gelijk. Het maximaal toegestane gewicht is overal anders. In Nederland 50 ton en met LZV 60 ton, in Groot-Brittannië op vijf assen 40 en zes assen 44 ton, België 44, en Duitsland 40 ton. Om over de verschillen in tolheffing maar te zwijgen. Controleer meer op het aantal gereden uren. En controleer dan iedereen. Niet alleen de West-Europese chauffeurs die een boete kunnen betalen, maar ook die uit het oosten.”

Het ligt dus aan ‘Europa’?

“Nou, aan de ongelijkheid tussen chauffeurs in Europa. Die zou verkleind moeten worden. Vroeger reden er bijvoorbeeld op restvracht naar Duitsland 24 Nederlandse chauffeurs. Tegenwoordig zijn dat 24 Oost-Europeanen. En nu ook de Polen meer gaan verdienen, schuift alles nog verder naar het oosten op. Voor een Hongaar is 600 euro per maand een mooi salaris. Dat die dan niet doucht, en in de berm zijn behoefte doet omdat betalen voor sanitair te duur is, nemen transportbedrijven op de koop toe.” 

Kan een Nederlandse chauffeur het verschil nog maken?

“Als ik voor mezelf spreek, denk ik dat het om de instelling gaat. Iets harder lopen dan de rest, zuinig zijn op mijn materiaal. Spreek de talen. Ik kan in het Engels, Duits, Frans en een beetje Spaans uit de voeten. Met beleefd blijven en een praatje maken, kom je een heel eind. Als ik bijvoorbeeld ergens lang moet wachten, ga ik niet in m’n wagen hangen. Maar dan probeer ik eerst duidelijkheid over de tijd te krijgen, zodat ik iets kan doorgeven aan mijn werkgever. Ik heb tien jaar op de planning gezeten. Daardoor zie je beide kanten van het vak en leer je veel. Er waren toen altijd vier dingen belangrijk voor me. Dat de klant, werkgever, chauffeur en ikzelf tevreden waren. Daarbij stond de chauffeur eigenlijk op één.” 


Antoon over Antoon

Passie of manie

Waarom ben je vrachtwagenchauffeur geworden?

“Als het aan mijn vader had gelegen, was ik piloot geworden bij de luchtmacht. Maar ik koos voor mijn passie: de vrachtwagen. Volgens mijn vader was dat trouwens geen passie, maar een manie. Hij vond dat ik moest doorleren. Hij was gevechtspiloot geworden, ware het niet dat zijn moeder het tegenhield. Die zag op een open dag een stuntteam door de lucht gaan en dacht: Dat is niks voor mijn zoon. Dus ik moest doen wat mijn vader nooit gelukt was.”

Ben je dan piloot geweest?

“Nee. Ik maakte de havo niet af. Leren was het gewoon niet voor mij. Had ook met mijn thuissituatie te maken. Ik ben enigst kind. Mijn moeder overleed aan kanker toen ik veertien was. Mijn vader kreeg er een hartinfarct van. Op mijn zestiende ging ik aan het werk bij de tankcleaning en truckwash van Van den Bosch in Erp. Daar deed ik mijn eerste ervaring met vrachtwagen op. Kleine stukjes rijden en parkeren.”

Heb je toen je rijbewijzen gehaald?

“Nee, dat hoopte ik in mijn militaire diensttijd te doen. Maar daar kreeg ik de kans niet voor. Uit eigen zak heb ik toen 10 duizend gulden betaald en al mijn rijbewijzen gehaald. En nu werk ik alweer meer dan twintig jaar in het transport. Eerst een jaar of tien op de wagen, daarna zo’n zelfde tijd op de planning. En sinds 1 januari 2016 zit ik bij Mike van de Wiel Transport in Gemert weer achter het stuur, omdat daar mijn hart ligt.”

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *