Column: Snoozen

Eén minuut over vijf in de ochtend en mijn wekkerradio gaat af. Als een volleerd rugcrawl-zwemmer zwier ik mijn arm sierlijk naar achteren en met uiterste precisie raak ik de snooze-knop van de wekker. Zeven heerlijke minuten volgen.

Dit tafereel herhaalt zich nog een paar keer en uiteindelijk raap ik al vloekend wat werkkleding bij elkaar en begeef me naar de badkamer. Twee drukken op de knop van de deodorant en achttien seconden tandenpoetsen later kunnen we hier oprecht spreken van een hygiënische wanprestatie.

Eenmaal beneden vul ik m’n tas met blikjes cola en bammetjes die, heel tactisch, de vorige avond zijn gesmeerd. Op weg naar de voordeur staart één van onze twee katten me aan met een blik van “daar gaat ie weer, die loser van een snoozer”. Omdat ik allang blij ben dat ik die haarbal niet hoef uit te laten, negeer ik het. Ik kijk op m’n horloge en zie dat ik twee minuten speling heb. Tevreden laat ik de voordeur achter me dichtvallen.

Begrijp me niet verkeerd! Ik heb het mooiste beroep van de wereld en houd van het vak, maar nog net iéts meer van mijn bed. Ik ben altijd jaloers geweest op collega’s die twee seconden na de wekker al naast hun bed staan te gymnastieken. Dan rustig een bakkie doen, de hond uitlaten en nog even een legpuzzel van duizend stukjes maken om vervolgens naar het werk te vertrekken.

In mijn functie als mentorchauffeur overtuig ik collega’s constant dat juiste routines de beste manier zijn om lastige stappen te zetten. Maar zelf stoppen met dat gesnooz is blijkbaar een onmogelijke missie voor Mijnheertje de mentor. Want de volgende ochtend, één minuut over vijf, is daar weer die sierlijke beweging van die prachtige rugcrawl …


Column van Coen van Extel – (Mentor)chauffeur bij Sanders|Fritom

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *