Vaste puzzelaar Germt schrijft
Uit de oude doos
Germt de Vries (80) uit Munnekezijl is vaste puzzelaar. De oplossing van het kruiswoordraadsel stuurt hij trouw in, per briefkaart. Niks online invullen; Germt grijpt nog naar de pen. Soms schrijft Germt een brief. Zoals eind vorig jaar, met een speciaal verzoek.
“VERVOERSVERBOD”
Dat is de oplossing van de puzzel in TON 97. Ook deze keer dingt Germt mee naar een VVV Cadeaukaart, want zoals altijd heeft hij het juiste antwoord. En ook nu weer is zijn inzending handgeschreven. Germt laat weten: “De TON weer ontvangen. Wat is het toch een fijn boekje om te lezen. Vooral de mooie puzzel. Als ik mag vragen om ook eens een stukje over vroeger te schrijven, zou dat wel mogen?” Dat mag, voor deze honderdste TON.
Met de hondenkar
Germt schrijft: “Grootvader Hendrik de Vries besloot op een dag in juni 1883 bestellingen te gaan bezorgen van Munnekezijl naar Groningen. De kar en een hond had hij al. Voor dag en dauw vertrok hij om ’s avonds laat weer thuis te komen. Volgens mijn vader had hij dan 20 tot 30 cent verdiend.
Na een aantal jaren werd er een grotere wagen aangeschaft, met 5 honden ervoor. In 1894 werd de hondenkar vervangen door een kapwagen met paard. Zo reed grootvader met zijn oudste zoon naar Groningen. Vertrek om 5 uur, in Noordhorn even pauze voor een kopje koffie en voer voor het paard. Om 9 uur arriveerden ze op hun standplaats bij de A. Kerk. De bestellingen werden gedaan, even tijd voor koffie en het meegebrachte brood van moeder de vrouw. ’
s Middags namen ze de bestellingen in ontvangst. Vertrek om 5 uur uit Groningen. Op Slaperstil werd nog even pauze gehouden, de paarden gevoerd. En als Hendrik en zijn zoon geen tegenslagen hadden, waren ze om 9 of tien 10 weer in Munnekezijl.
’s Winters, bij zware sneeuwval, waren er wel eens problemen. Als de bodekar om 10 uur ’s avonds nog niet in Munnekezijl gearriveerd was, ging een man of 10 uit het dorp eropuit. Ze trokken paard en wagen los, want het dier was doodop. Zo kwamen Hendrik en zoon Sjoerd weer veilig thuis en daar had moeder de stamppot klaar.
Op donderdag werd er niet gereden. Nee, dan stonden Hendrik en zijn vrouw om 6 uur op. Ze bespraken de vrachtprijzen. Overlegden: klein doosje 3 cent, iets groter 5 cent, zak meel 10 cent. Hendrik en zijn vrouw hadden naast het bodekar-werk ook nog een klein winkeltje. Mijn grootmoeder verkocht ook nog wat porselein. Hard werken geblazen, in het gezin De Vries, waar 8 jongens en 2 meisjes geboren mochten worden. Zo was het leven van mijn grootvader.”
Hoe het verder ging?
Zoon Sjoerd zette het bedrijf van vader Hendrik voort. Germt zelf ging als dertienjarig jochie meedraaien in de zaak. “Maar toen zestig jaar geleden steeds meer bedrijven zelf hun vervoer gingen regelen, was de winst weg”, zegt Germt. De kleine onderneming stopte. Germt solliciteerde bij de gemeente Groningen en reed de rest van zijn werkzame leven op een vuilniswagen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!