Groepsportret G. de Kruijf
groepsportret
Altijd bier achterin
Collega’s voor het leven. Met dienstverbanden van tientallen jaren is dat niet overdreven bij Transportbedrijf G. de Kruijf BV. Daarnaast stroomt er ook weer nieuw talent binnen. Het bedrijf denkt mee over de loopbanen van werknemers. Doorgroeien van chauffeur naar planner bijvoorbeeld. Of kiezen voor minder uren. Over één ding zijn de 62 medewerkers het eens: de warmte van het familiebedrijf is en blijft voelbaar.
Transportbedrijf G. de Kruijf BV heeft in het 80-jarige bestaan al heel wat vracht door Nederland en Europa vervoerd. Het begon met vee voor de Utrechtse Veemarkt. Tegenwoordig zijn bier, frisdrank en glaswerk voor de foodsector de hoofdmoot. De onderneming heeft een perfecte uitvalbasis: hartje Nederland, vlak bij de snelweg en genoeg ruimte voor het vrachtwagenpark.
Geen vrije jongens-romantiek meer
“M’n collega’s en ik hebben geluk. We vervoeren iets wat iedereen in huis wil hebben. Water en bier. Daarom heb je in deze sector altijd werk. In coronatijd waren de kratten pils niet aan te slepen. Toch bestaat het beroep waarop ik verliefd werd niet meer. De vrije jongens-romantiek is ervan af. Mijn opa bijvoorbeeld vervoerde een kwart eeuw geleden luchtpost. Van Schiphol naar Madrid. Daar wachtte hij dan twee dagen op een fax met nieuwe vracht. Dat waren nog eens tijden.
Opa heeft me wel aangestoken met het chauffeursvirus. Hij had een eigen transportbedrijf en ik zou dat op den duur overnemen. Daarom heb ik de vierjarige chauffeursopleiding aan ROC Midden Nederland gevolgd: van magazijnbeheer tot ondernemerspapieren. Maar toen stierf opa onverwacht en spatte die droom uit elkaar. Het werd dus huisje-boompje-beestje. Toch hoor je mij niet klagen hoor. Met een jong gezin is het fijn op op gezette tijden thuis te zijn.
Dit is echt seizoensgebonden vracht. Ik rijd het licht uit mijn ogen als het warm is. Maar ‘s winters, met minder drukte, kan en mag ik eerder naar huis. Sowieso zorgt de directie goed voor ons. Niet voor niets werken sommige chauffeurs hier hun hele leven al. Wellicht hoor ik daar straks ook bij.’
‘Mannen roddelen bijna nooit’
“Het vak is me met de paplepel ingegoten. Toen ik vier was, zat ik al bij papa op de truck. Die rijdt trouwens nog steeds bij
G. de Kruijf. Ook wat dat betreft is het een familiebedrijf. Nu wil mijn oudste broer ook op de vrachtwagen. Het zal wel in de genen zitten. En ja: ook ik ben gevallen voor de vrijheid van dit beroep. Je bent de hele dag onderweg, zonder dat iemand op je vingers kijkt. Je komt overal, ziet van alles en bent voortdurend bezig. De tijd vliegt.
Ik lust geen bier. Misschien zit ik daarom wel op de bierwagen. Maar ik maak wel mooie ritjes. Met een vracht Dommelsch van de brouwerij in het Brabantse Dommelen naar het distributiecentrum in Zaandam van Albert Heijn. Soms parkeer ik de oplegger van bijna zeventien meter in de achtertuin van Erica: een kleinere drankhandel. Lastig, maar het lukt me altijd. Heb ook een prima rijopleiding gevolgd.
Vrachtwagenchauffeur zijn is nog steeds een mannenwereld. Maar ik houd me prima staande. Bovendien hebben mannen een groot voordeel: ze roddelen bijna nooit. Al zijn sommigen wel een tikkeltje wereldvreemd. Die gaan gerust midden op de snelweg met hun truck naast me rijden, hangen half uit hun raampje en staren me aan alsof ze nog nooit in hun leven een vrouw hebben gezien.”
Vaatjes voor de thuistap leveren
“Ik ben met dit vak grootgebracht. Mijn vader was chauffeur, mijn broer en ik nu ook. Al 42 jaar. Het is leuk en afwisselend werk, al was je vroeger een stuk vrijer. Nu heb je allerlei regels. Zoals het rijtijdengebod en nascholing. Bovendien is het veel drukker op de weg en verdwijnen de ouderwets gezellige chauffeurcafés. Nu maak ik zelf eten klaar, in de magnetron aan boord als je langer onderweg bent. Gelukkig zorgt mijn vrouw voor lekkere, verse maaltijden.
Toch voel ik me nog steeds eigen baas. Met een rit naar Noord-Frankrijk om een lading zeslitervaatjes voor de thuistap af te leveren. Of naar België en Luxemburg en kriskras door Nederland. Altijd met bier achterin, geladen bij het distributiecentrum Plan2 Transport in Eersel. Van daaruit regelen we met collega-transportbedrijven Voets en van de Heijden alle ritten voor brouwerij AB InBev Nederland en Benelux.
Fysiek is het een stuk minder zwaar dan dertig jaar geleden. Dan reed ik naar de AH-winkels en moest je zelf laden en lossen. Nu wordt dat gedaan. De paar keer dat je zelf de handen uit de mouwen moet steken, pak je de elektrische pompwagen. Een makkie. Met drank moet je wél oppassen. Helemaal als je het vervoert. Die les heb ik de loop der jaren wel geleerd. In mijn begintijd verloor ook ik een pallet bier op een rotonde. Dat gebeurt me echt niet meer.”
Compleet gekreukelde achterklep vervangen
“Vliegende keep. Zo mag je me gerust noemen. Ik sleutel regelmatig aan ons wagenpark, maar stap op een doordeweekse dag zo op als invaller. Monteur en chauffeur is een geweldige combinatie. De collega’s weten dat ik aardig kan sleutelen. Als ik als invaller ergens naartoe moet met een vrachtje, dan roepen ze ‘Leo! Neem mijn wagen maar.’ Omdat ze weten dat ik eventuele gebreken meteen onder handen neem.
Prima, want daarmee voorkom ik dat ze zelf gaan prutsen en de boel slopen.
Kijken en nadenken is het geheim van een goede monteur. Daarna begin je pas met sleutelen. Zo doe ik dat al 43 jaar. Vooral ‘s winters vind je mij in de garage op onze locatie in Houten. Soms met John, een collega-chauffeur, die ook goed overweg kan met een sleutel. Tegen het voorjaar is al het onderhoud weer mooi op peil.
Ik ben natuurlijk geen twintig meer, en de techniek wordt steeds ingewikkelder. De schroevendraaier raakt uit zwang. Nu heb je prints vol ingewikkelde schakelingen. En zendertjes, die een piepje afgeven als er iets loos is. Dat signaal lees je uit op een computer. De toekomst haalt ons in. Maar een compleet gekreukelde achterklep vervangen, daar draaien John en ik onze hand niet voor om. Dan leggen de jonkies het echt af tegen ons.”
DAF. Een feest om in te rijden
“Van tractor naar trucker. Zo begon mijn carrière. Op de boerderij van mijn pa zat ik al vroeg op de trekker. Toen begon het vervoersbloed te stromen. Maar ik was pas helemaal verkocht toen de oude Gerrit de Kruijf over de vloer kwam om koeien op te halen voor de Utrechtse veemarkt. Ik wilde ook zo’n grote vrachtwagen besturen. En nog steeds, al ruim een halve eeuw.
Er is ondertussen een hoop veranderd. Vroeger had je een boekje met rijtijden. En hup, de hele dag in alle vrijheid aan de slag. Naar klanten toe, lossen, praatje maken, koffiedrinken. Tegenwoordig zit je meer in een harnas. Allergrootste klacht: met vijftig jaar ervaring zit ik op mijn zeventigste nog in de schoolbanken om code 95 te halen. Absurd. Dan jaag je mensen weg.
Toch geniet ik elke dag. Dit bedrijf beschikt over de crème de la crème: DAF. Een feest om in rijden. De oudste trucks zijn nog geen zes jaar oud. Met soms 200.000 km op de teller, als ze overdag én ‘s nachts aan de bak moeten. Maar ze zien er piekfijn uit. De sfeer hier is die van een familiebedrijf waar iedereen elkaar kent. Dat is eigenlijk nooit veranderd.”
Van truck naar computerscherm
“Plannen is puzzelen. Zorgen dat de ritten van chauffeurs op elkaar aansluiten en dat ze niet in een wachtrij terechtkomen. Als de doorvoer in een distributiecentrum stokt, zoek ik naar een alternatief. Ook als een chauffeur ziek wordt. Dan probeer ik snel een collega op te trommelen. Of we huren iemand van buiten in. Via computer en smartphone, zeg maar mijn gereedschap, onderhoud ik het contact met collega’s.
In mei 2023 vroeg de directie mij als opvolger van de oude planner. Het leek me wel wat. Maar ik wilde eerst een paar dagen proefdraaien. Dat beviel uitstekend. Van truck naar computerscherm is een hele stap, maar ik kreeg het snel in de vingers. Door mijn tijd bij Blokker ken ik Nederland op mijn duimpje. Ik heb ook een ijzeren geheugen. En ik spring bij als we rijders tekortkomen. Bijvoorbeeld voor een pendeltje fris tussen Utrecht het oosten.
Ik houd van aanpakken, stond op mijn veertiende op de markt. Nu zit ik helemaal op mijn plek. Ik stuur twaalf van de ruim zestig collega’s direct aan. Ze behandelen me nog net zo normaal als toen ik chauffeur was. Omdat ze doorhebben dat ik hun ritten zo goed mogelijk probeer in te plannen. Daar doe ik mijn best voor.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!