Wat brengt de toekomst?
Voor een dertiger lijkt pensioen nog heel ver weg. Toch denkt vrachtwagenchauffeur Frans Claeys (37) af en toe aan hoe het straks zal zijn. Zoals het nu staat, krijgt hij op zijn 69ste AOW. En hoe zit het tegen die tijd met zijn pensioen? Frans gaat via het beeldscherm in gesprek met pensioenconsulent Michael Bührs.
Frans Claeys – 37 jaar – woont in IJzendijke, Zeeuws-Vlaanderen – is chauffeur bij Indaver Nederland in Hoek, inzamelings- en verwerkingsbedrijf van chemisch afval – is single – gaat met pensioen op: onbekend – krijgt AOW (zoals het er nu voorstaat): in 2052
Geen somberaar
Je zou Frans Claeys een denker kunnen noemen. Iemand die de dingen graag overpeinst. Maar een somberaar is hij zeker niet. Hij geniet van het leven. Leuk eigen huisje met tuin in het dorp waar hij geboren en getogen is. Op steenworp afstand van zijn ouders en zijn zus, en pal naast het pittoreske eetcafé Hofzicht.
Frans heeft grote passies. Zijn werk bijvoorbeeld. Met de paplepel ingegoten, zegt hij. “Mijn vader was chauffeur en twee van mijn ooms ook. Eigenlijk wist ik al vanaf mijn twaalfde dat ik ook chauffeur zou worden.” Vitrinekasten vol schaalmodellen van vrachtauto’s zijn de stille getuigen van zijn liefde voor het vak.
En dan is er de sport. “Oók al met de paplepel ingegoten.” Vooral voetbal – of beter gezegd Feijenoord – en wielrennen. Zelf fietst hij ook graag; in 2014 nog de Alpe d’HuZes. Nu traint hij wat minder vaak. “Het is nogal druk geworden, omdat door corona iederéén is gaan fietsen. Tegenwoordig wandel ik veel met mijn moeder. En ik ben ook gaan puzzelen, zo’n heel grote van 1500 stukjes, om de gedachten te verzetten.”
Langer werken
En dat kan weleens nodig zijn, even het hoofd leegmaken. Hij is nu eenmaal een denker. En ook een prater. “Ik hou van discussiëren”, zegt Frans. Liefst over politieke zaken. De Europese Unie bijvoorbeeld, waar échte eenheid soms ver te zoeken is. “Kijk naar de AOW-leeftijd. Het klopt toch niet dat wij in Nederland veel langer moeten werken dan in landen als Frankrijk en Spanje?”
Het is een van de vragen waarop hij graag eens antwoord krijgt van iemand die er verstand van heeft. En zo komt hij in gesprek met Michael Bührs, consulent van Pensioenfonds Vervoer. Michael zit thuis in Noord-Holland, maar hij loodst Frans via het laptopscherm langs al zijn vragen.
Die over Europa bijvoorbeeld.
Michael snapt wat Frans bedoelt. “Het voelt natuurlijk heel ongemakkelijk. Je weet dat jij pas voor het eerst AOW krijgt rond je 69ste. En dan lees je dat ze dat ergens anders al jaren eerder krijgen. Maar kijk Frans, de vraag is natuurlijk wél: hoe lang is dat haalbaar voor die landen? We hebben in Italië en Griekenland gezien dat het mis kan gaan.”
Frans: “Ja, economieën die instortten, banken die omvielen.”
Michael: “Precies. Hier proberen we dat met z’n allen te voorkomen.”
Twee pijlers
Michael legt uit dat het financiële beleid voor ouderen bestaat uit twee verschillende pijlers. De eerste is de Algemene Ouderdomswet. Die zorgt ervoor dat iedere oudere Nederlander recht heeft op een eigen AOW-uitkering. De tweede is het pensioen dat mensen via hun werkgever opbouwen.
Michael: “Die twee pijlers tezamen zorgen straks voor een inkomen als je stopt met werken. Aan de ene kant dus de AOW en aan de andere kant je pensioen. Voor dat pensioen bouw je zelf een potje op. Maar bij de AOW gaat het heel anders. En dat verschil is belangrijk.”
Frans: “De AOW is een collectieve voorziening.”
Michael: “Precies. Wie nú werkt, betaalt de uitkeringen voor de mensen die nú de AOW krijgen. Als jij 69 bent, moet jouw uitkering dus worden opgebracht door de mensen die dán werken. En dat systeem gaat scheeflopen. Want door de vergrijzing krijgen we meer ouderen, die een uitkering nodig hebben. Terwijl er dan mínder jongere werkenden zijn om die uitkeringen op te brengen.”
Langer leven
En daar komt nog iets bij, zegt Michael. “Mensen leven gemiddeld steeds langer. Daardoor hebben ze ook veel langer een uitkering nodig. Toen de gemiddelde Nederlander ongeveer 78 jaar werd, waren we als land aan AOW-uitkeringen natuurlijk veel minder kwijt dan nu.”
Michael pakt er een schema bij en toont dat via het beeldscherm aan Frans. “Hier zie je de cijfers van het beroepsgoederenvervoer. De verwachting is dat een chauffeur die nu 40 is, uiteindelijk gemiddeld 86 jaar wordt. En natuurlijk moet die later óók op een uitkering kunnen rekenen – vanaf de dag dat hij voor het eerst AOW krijgt tot aan zijn dood.”
Frans: “Het zijn dus die twee dingen samen – de vergrijzing en dat we ouder worden dan vroeger – dat de AOW-leeftijd omhoog moet?”
Michael: “Dát is wat de Nederlandse overheid nu netjes probeert te regelen.”
Frans: “In de hoop dat het hier niet misgaat zoals in Griekenland of Italië.”
Michael: “Precies. Je kunt niet ongestraft vasthouden aan een leeftijd van 65 jaar. De werkenden betalen immers voor de niet-werkenden. De verhouding tussen die twee groepen moet dus in evenwicht blijven.”
10.000 euro
“Gelukkig hebben veel Nederlanders náást recht op AOW ook zelf een pensioen opgebouwd”, gaat Michael verder. “Weet jij eigenlijk hoeveel jij opbouwt, Frans?”
Michael heeft Frans zijn papieren er al bij gepakt. Op de laptop in IJzendijke is te zien dat er elk jaar zo’n 10.000 euro naar zijn pensioenpot bij Pensioenfonds Vervoer gaat. “Als je op deze manier doorgaat, dan komt er de komende dertig jaar dus elke keer weer 10.000 euro bij. Dat is veel hoor. Daarvan betaal je zelf zo’n 3.300 euro. Je werkgever legt daar dan ruim 6.600 euro bij. Elk jaar weer.”
Frans: “Ik wist wel dat mijn werkgever meebetaalde, maar zó veel? Nee, dat heb ik me nooit gerealiseerd.”
Michael: “En dan is er de overheid. Die betaalt ook mee. Door minder belasting te heffen op dat deel van je salaris dat bestemd is voor je pensioen.”
Belastingtarieven
Frans wil weten hoe dat precies werkt. Michael legt uit: “Stel dat die 3.300 euro niet naar je pensioen ging, maar dat je die gewoon bij je salaris kreeg uitbetaald. Dan zou je er 37 procent belasting over betalen. Maar nu gaat die 3.300 naar je pensioenpot. Je betaalt er pas belasting over wanneer je gepensioneerd bent. En dán is de belasting nog maar 19 procent in plaats van 37 procent. Dat scheelt nogal wat.”
Zo komen ze te spreken over het ‘pensioeninkomen’.
Michael: “Heb je enig idee hoeveel pensioen je later krijgt?”
Frans: “Wel zo ongeveer, denk ik. Ik verwacht aan AOW en pensioen bij elkaar zo’n 1.600 euro netto per maand.”
Michael tovert een nieuw overzicht op het beeldscherm. “Kijk je even mee? Als je doorwerkt tot je 67ste, heb je daarna een totaalinkomen van 2.700 euro netto per maand. Fors meer dan je dacht!”
Bedragen en leeftijden
Frans is verbaasd over dat bedrag. Klinkt goed, vindt hij. “Prima zelfs. Maar tot aan m’n 67ste werken. Nog dertig jaar? Pfff.”
Michael begint te lachen: “Kijk dan maar even naar deze kolom. Hier zie je het: zelfs als je al op je 62ste stopt, ontvang je nog altijd ruim 1.900 euro netto per maand, en dan vanaf je 67ste 2.200 euro netto – zo lang je leeft.”
Frans: “De bedragen zijn goed. Maar de leeftijden… stel dat ik níet lang leef. Wat heb ik dan aan mijn pensioen? Ik heb het in mijn omgeving te vaak zien gebeuren. Dat iemand een ongeneeslijke ziekte krijgt en helemaal niet aan zijn pensioen toe komt.”
Michael: “Dat maken wij als consulenten soms mee. Voor de betrokkenen natuurlijk een drama. Iemand die al heel jong overlijdt, heeft zelf – inderdaad – helemaal niets aan zijn pensioen. Maar … er is een ‘maar’: als er een partner is, dan krijgt die een nabestaandenpensioen. In de situatie dat je alleenstaand bent, en ongeneeslijk ziek, zou je op een bepaalde leeftijd wel je pensioen kunnen laten ingaan. Het is in elk geval handig om in zo’n situatie contact met ons op te nemen.”
Eerder stoppen
Dan heeft Frans eigenlijk nog maar één belangrijke vraag. “Het leven is om van te genieten, en je pensioen is bedoeld om daarbij te helpen. Stel nou dat het werken me op een gegeven moment te zwaar wordt. Kan ik dan eerder stoppen? Mijn vader kon er destijds uit op zijn 62ste en daar heeft hij geen dag spijt van gehad.”
Michael begrijpt de achtergrond van de vraag. “Jij bent op je zestiende al begonnen, dan is het een héle rit tot je op je 69ste AOW gaat krijgen. Maar in de praktijk zie je toch vaak dat mensen er een jaar of twee à drie eerder mee kunnen ophouden. Dan is er genoeg pensioen opgebouwd om de tijd te overbruggen totdat ook de AOW-uitkering komt. Je gebruikt dan een deel van je pensioen om je inkomen aan te vullen tot je AOW krijgt.”
Frans: “Als ik dan écht zo’n goed pensioen opbouw, dan zou ik er ook best nog éérder van willen genieten.”
Michael: “Maar ook dát kan. Stel dat je vanaf je 55ste een dagje minder zou werken. Dan verdien je uiteraard minder salaris, maar dat kun je aanvullen. Er staat straks voor jou best een grote pensioenpot klaar. En dat is jouw geld. Dat kun je flexibel inzetten. Als je eraan toe bent om meer van het leven te gaan genieten, dan gebruik je gewoon een deel van je pensioen om het alvast wat rustiger aan te doen.”
Frans: “Ik ga sowieso voorzichtig om met geld. Maar ik hou gewoon van zekerheid en ik weet graag waar ik aan toe ben. Daarom is dit ook zo’n nuttig gesprek. Ik begrijp nu dat ik me helemaal niet zoveel zorgen hoef te maken.”
Levensverwachting
Hoe lang kun je genieten van je pensioen? Dat ligt eraan hoe oud je wordt – en op welke leeftijd je ervoor kiest om te stoppen met werken. In dit staatje zie je wat de gemiddelde levensverwachting is van mensen die werken in het beroepsgoederenvervoer:
Leeftijd nu Levensverwachting
25 87,83
40 86,21
55 84,97
68 85,45
85 90,89
Waarom iemand die nu 25 is ouder wordt dan iemand van 55? Dat heeft te maken met de steeds betere medische zorg.
(Bron: Mercer)
Pensioenconsulenten
Heb je vragen over je pensioen? Maak een afspraak voor een gratis (video-)gesprek:
- Richard Dudink (regio Amsterdam, Rotterdam): 06 15 05 30 99
- Michael Bührs (regio Utrecht en Weert): 06 53 93 04 12
- Ben Kerkhof (regio Groningen en Deventer): 06 30 40 29 68
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!