Spoedcursus pensioen voor vrachtwagenchauffeurs

Er zit een indrukwekkend aantal dienstjaren rond de vergadertafel bij Boerman Transport. “Bij elkaar hebben we wel driehonderd jaar gewerkt.” Sommigen voelen dat de jaren beginnen te tellen. Daarom zijn ze nu hier. Om van het pensioenfonds te horen hoe het zit: hoe kom je rond als je niet meer werkt?
De stemming is collegiaal en vrolijk. “Een spoedcursus pensioen? Kom maar op!”

 

TON bezoekt met deskundigen van het Pensioenfonds Vervoer bedrijven om te praten over pensioenzaken. Deze keer zijn pensioenconsulenten Richard Dudink en Michael Bührs bij Boerman Transport in Hardinxveld-Giessendam. Vooral de wat oudere chauffeurs tonen zich bezorgd over wat hen te wachten staat.

Late kant

Eerlijk is eerlijk, ze zijn aan de late kant. De meesten namen niet eerder de moeite iets van hun pensioen te begrijpen.
Chauffeur Martin Stigter (56). “Pas nu het eind in zicht komt, denk ik er echt over na. Al die overzichten die je krijgt. Ik bewaar ze. Maar ik kijk er nooit naar.”
Garage-voorman Adri van Lit (61): “Het zegt me zo weinig. Als ik die bedragen zie dan denk ik: Nou, op die manier valt er weinig te genieten van je pensioen.”

Dui-zen-den euro’s

De consulenten Michael Bührs en Richard Dudink, kijken onderzoekend de tafel rond.
“Dus jullie betalen jarenlang dui-zen-den euro’s”, zegt Michael. “Je werkgever legt daar een veelvoud aan geld voor je bij. En dan vraag je je nooit eens af: Wat krijg ik ervoor? Hoeveel heb ik later eigenlijk te besteden als ik stop met werken? Dat is gek. Toch?”
Hmmm, ja. Gek inderdaad, zeggen de wegkijkende blikken.

Kop in ‘t zand

Dan maar kop in het zand en er het beste van hopen?
“Wat moet je anders?”, vraagt Martin. “Ik heb geen financiën gestudeerd. Als ik moet nadenken over m’n pensioen, kan ik de weg niet meer op.” Hij is blij dat deskundigen van het pensioenfonds hem dat werk uit handen nemen.
Je moet er niet aan dénken dat werknemers zélf voor hun oude dag zouden moeten sparen, zegt planner Michel van Asch (52). “Totaal onverantwoord zou dat zijn.”

Oneerlijk

Met de pensioenvoorziening via het fonds komt het wel in orde, verwacht Martin. Maar in de overheid gelooft hij niet meer. “Toen ik op de lagere school zat, is ons al voorgerekend dat er in de toekomst niet genoeg geld zou zijn voor de AOW. Nooit hoorde je er iemand over. Totdat wij er voor onszélf op rekenden. Toen werd ‘ie plotseling verschoven.”
Adri: “Het voelt zo oneerlijk. Al die jaren heb je naar een bepaald punt toegeleefd.”
Dat is een breed gedeeld gevoel. Op de valreep heeft ‘de politiek’ iets afgenomen: zekerheid. En met die zekerheid is ook veel vertrouwen verdampt.

Finishlijn

Pensioenconsulent Michael knikt begrijpend: “Het is alsof je de marathon loopt. Als je bijna bij de eindstreep bent, blijkt dat de finishlijn is verplaatst. Ik snap dat het moeilijk is voor jullie generatie. Jullie zijn zo’n beetje rond de zestig; dan gaat het elastiek er misschien een beetje uit.”
Michel van Asch: “Behalve dan bij Ad. Want die heeft een jongere vriendin.”
Iedereen barst in lachen uit.
Ad zelf doet er, met pretogen, het zwijgen toe.
Adri denkt nog na over het slapper wordende elastiek: “Ik was veertien toen ik begon. Ik ben nu 61. En dan moet ik door totdat ik 67 en drie maanden oud ben? Dat red ik gewoon niet.”

Zware beroepen

Michel: “Kijk eens rond. Bijna allemaal mensen die écht opgebrand zijn. Kun je daar niet wat aan doen? Een lobby beginnen, omdat het beroep van chauffeur zo zwaar is?”
Richard: “Er wordt volop gelobbyd. Door allerlei beroepsgroepen. Dat is het probleem. Er zijn veel vakken met zwaar lichamelijk werk. En welke beroepen zijn echt zwaar en welke niet?

Overzichten

Wat ik me afvraag, vervolgt Richard, hebben jullie eigenlijk énig idee van de bedragen waarover we het hebben? Hoe groot is je AOW-uitkering? Hoeveel levert je eigen pensioenregeling op?
Stilte.
Martin: “Hoe moet ik dat weten? Er is maar één ding zeker. Dat het steeds minder wordt.”
“Nou ja, zeg!” Nu wordt het administratief medewerker Teun Sterrenburg (62) te veel. “Je krijgt toch periodieke overzichten? Daar staat toch ín hoeveel pensioen je mag verwachten? Kijken jullie daar dan echt nooit naar?”
Martin, plagend: “Ja zeg, als ik had gestudeerd, had ik niet op de auto gezeten.”
Ad doet er nog een schepje bovenop: “Dom geboren, dom gebleven.”
De sfeer is opperbest.

Pensioenpotjes

Het wordt weer rustig als Richard en Michael uitleggen hoe het zit. Dat de maandelijkse AOW-uitkering de basis is. Dat het door jouzelf opgebouwde pensioen daar nog eens bovenop komt. En dat het verstandig is je pensioenoverzichten toch echt béter te bestuderen.
“Want dan zul je zien dat er voor mensen van jullie leeftijd, en met jullie dienstjaren, bij het pensioenfonds vier aparte potjes klaarstaan. Aan elk potje is een bedrag gekoppeld. En omdat je als gepensioneerde veel minder belasting betaalt, kom je vaak onverwacht goed uit.”
Aan tafel klinkt een tevreden gemompel. De pensioenconsulenten vervolgen: “Dat is het leuke van ons vak. Als we de kans krijgen om het goed uit te leggen, valt het bijna altijd mee.”

Volle mep

Dat het goed komt met die potjes is nu wel duidelijk. Er is wel iets waar je op moet letten. De ‘volle mep’ krijg je pas als je óók je AOW-uitkering krijgt. “En dat is pas als ik 67 jaar en drie maanden ben”, zegt Adri. “En ik ben dus wél al vanaf mijn veertiende aan het werk. Vroeger kon je er dan gewoon nog op je 60ste tussenuit.”
Richard: “De tijden zijn veranderd. Op je 60ste stoppen kan gewoon niet meer. Maar geloof me, je hóeft niet tot je 67ste door te gaan. Deelnemers met voldoende pensioenjaren kunnen gemiddeld 2 jaar voor hun AOW-leeftijd stoppen. Maar je kan er bijvoorbeeld ook voor kiezen om vanaf je 63ste wat minder te gaan werken. Dat kán als je een deel van je ouderdomspensioen naar voren haalt.”
Laat ons je helpen, biedt hij aan. “Dan rekenen we samen uit wat in jouw situatie mogelijk is.”

Balans

Teun, de oudste aan tafel: “Als jullie aanvoelen dat je het eind niet op een gezonde manier haalt, waarom doe je het dan niet rustiger aan? Met een paar vrije dagen haal je wat ontspanning in je leven. Er zijn mogelijkheden zat.”
Maar dat kost veel geld, denkt Adri. “Dan hou je na je 67ste niks meer over.”
Teun: “Je levert inderdaad een beetje in. Maar is dat erg? De kinderen zijn het huis uit, je betaalt minder belasting. Het gaat om het vinden van een balans.”

Misverstand

Martin is bang dat hij met een deeltijdbaan de belangrijkste opbouwjaren misloopt. “In die laatste twee jaren dat je werkt, bouw je het grootste deel van je pensioen op.”
Nee, nee, roept Richard. Dat is écht een misverstand! “Je pensioenopbouw verloopt geleidelijk over je héle werkzame leven. Als je in de latere jaren wat minder werkt, maakt dat voor je totale pensioenopbouw weinig uit.”
Dat is in elk geval opgehelderd. Een paar vrije dagen hoeven je de kop niet te kosten. Martin zucht haast van opluchting. “Ik leef voor mijn vak. Maar juist die laatste jaren zijn een aanslag op je gezondheid. En er is méér in het leven dan alleen maar werk.”

Tandje minder

Ook Adri lijkt zich te ontspannen. Hij heeft er maar liefst 47 jaar opzitten. Misschien kan het inderdaad een tandje minder.
Ad, lachend: “We zijn dan wel dom geboren en dom gebleven, maar we hebben vanavond een hoop bijgeleerd.”
Michel roept: “Jongens! Als jullie straks tóch nog geld tekortkomen, dan kom je maar gewoon bij mij eten. De lamme helpt de blinde. Ik kook lekker.”

 

De pensioenpotjes van de oudere medewerker bij elkaar opgeteld:

  1. Potje AOW (basisuitkering van de overheid, vanaf je persoonlijke AOW-leeftijd)
  2. Potje Prepensioen (uitkering bij vroegpensioen, bijvoorbeeld via deeltijdwerk tussen je 60ste en 65ste/AOW-leeftijd)
  3. Potje 65 (Ouderdomspensioen, opgebouwd tot 2013)
  4. Potje 67 (Ouderdomspensioen, opgebouwd vanaf 2013)
  5. Potje Voorwaardelijk pensioen (compensatie voor afschaffing VUT/prepensioen, op te tellen bij het Ouderdomspensioen)
2 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *