Mentors

Instromers ‘inleren’

 

Er komen de laatste jaren veel nieuwe chauffeurs bij. Daar zitten nogal wat mensen tussen die vanuit heel ander werk de overstap naar de vrachtwagen maken. Om te zorgen dat deze ‘zij-instromers’ snel het vak in de vingers krijgen, hebben veel bedrijven inwerkprogramma’s. TON kijkt hoe ze dat doen bij Sanders|Fritom in Uden.

 

Stel je solliciteert bij Sanders|Fritom op een chauffeursbaan. Dan staat al snel Coen van Extel voor je neus. Je rijdt een dagje met hem mee, op de passagiersstoel. Zo kun je zien wat het werk inhoudt – en Coen kijkt of jij geschikt bent voor dat werk. “Het gaat er niet om wat je al kunt”, vertelt Coen. “Het gaat meer om je persoonlijkheid. Je hebt mensen die nog nooit op een vrachtwagen hebben gezeten, maar van alles willen weten. En er zijn er die de hele dag met de handen over elkaar achter me aanlopen.”

Klantgericht

Coen omschrijft wat je in huis moet hebben om bij Sanders|Fritom als chauffeur te slagen. “We doen fijnmazige distributie. Je moet het als een uitdaging zien dat je overal komt, van een particuliere klant tot een distributiecentrum. Je hebt zo’n vijftien tot twintig adressen per dag. Klantgerichtheid is erg belangrijk. En je moet een beetje bravoure hebben, zelf initiatief tonen.”

Na afloop van de dag maakt Coen een verslagje. Twijfelt hij over je geschiktheid en is er bij personeelszaken ook al twijfel, dan is de kans klein dat je bij Sanders|Fritom aan de slag gaat.

 

Inwerklijst

Kom je wel door de selectieprocedure, dan krijg je weer met Coen te maken. Hij zal je namelijk inwerken – of ‘inleren’, zoals ze het bij Sanders|Fritom noemen. Zodra je de vrachtwagen mag besturen, ga je een aantal dagen met hem de weg op. In een bakwagen en deze keer rijd jij zelf. Coen: “We krijgen van de planning dan rustige routes toegewezen. Want als je bij wijze van spreken naar 25 adressen in Rotterdam moet, ben je alleen maar aan het jagen en is er geen tijd voor instructie. Ik heb een inwerklijst met zaken die je moet weten. Alle aspecten komen voorbij. Beginnende chauffeurs, zoals zij-instromers, geef ik ook wel wat rijtechniek. Maar ik val ze nog niet lastig met Het Nieuwe Rijden. Dat is voor later. Eerst moeten ze onze werkwijze onder de knie krijgen.”

 

Voorkauwen

Coen geeft een voorbeeldje van die werkwijze. “Belangrijk is het meer en minder melden. Als je ergens drie pallets moet laden en je krijgt er maar twee mee, dan moet je dat doorgeven. Anders zoekt de nachtdienst zich gek naar een niet-bestaande pallet.” Tijdens die eerste dagen achter het stuur, kauwt Coen niet alles voor. Hij laat je fouten maken, zodat je zelf ontdekt waar je echt op moet letten. “Sommige mensen pikken het heel snel op”, zegt Coen. “Je moet er gevoel voor hebben.”

Na een dag of vier rijden onder Coen’s hoede, ga je alleen op pad. Hij geeft je wel nog zijn telefoonnummer mee: je kunt hem altijd bellen als je tegen iets aanloopt wat tijdens het ‘inleren’ niet aan de orde is gekomen of wat je bent vergeten.

 

Tips en tricks

Als Coen je loslaat, beland je in de mentorhanden van planner Harm Ermers. De planning zorgt dat je de eerste dagen rustige ritten krijgt. Harm: “Zo heb je genoeg tijd om alle handelingen te doen. Gaande de dag houd ik je rit via gps in de gaten en als het nodig is stuur ik bij.” Na een weekje alleen op de wagen ontvang je een mailtje van Harm: een uitnodiging voor een gesprek aan het eind van de dag. “Dan gaan we even rustig zitten en vraag ik hoe het gegaan is. Waar loop je tegenaan? Samen met Coen heb ik een lijst gemaakt met de zaken waarover je informatie hebt gehad. Die lijst vink ik af en ik geef tips en tricks om het goed op de rit te krijgen.”

Rij-analyse

Een paar weken later zit je weer met Harm aan tafel. “Dat is aan het eind van je proeftijd. Dan is duidelijk of je kunt en wilt blijven. En weer een maand later volgt een derde gesprek. Loop je nog ergens tegenaan? Dan neem ik ook wat aspecten van de rij-analyse mee. We kunnen zien hoe je rijdt, of je gegevens juist invult, of je op tijd pauzeert.” Die eerste twee maanden wordt zo nodig ook Coen ingeschakeld. Bijvoorbeeld als je moeite hebt met de navigatie. Coen: “Dan ga ik weer een dagje mee. Eigenlijk observeer ik dan alleen maar. Ik leg de nadruk op wat er al goed gaat en waar nog een puntje op de i moet worden gezet. Na afloop krijgt Harm een verslagje van me, dat hij dan weer meeneemt in het vervolggesprek.”

 

Doorstromen

Na twee maanden laten de mentoren de teugels vieren en ben je zelfstandig chauffeur. Heb je na een poosje genoeg ervaring opgedaan op de bakwagen, dan kun je doorstromen naar de oplegger. En zodra je je E-rijbewijs op zak hebt, ga je weer een paar dagen met Coen mee. Coen: “Dat gebeurt op dezelfde manier als op de bakwagen: met rustige ritten, zodat ik genoeg tijd heb om de procedures uit te leggen en de puntjes op de i te zetten.”

Zij-instromers

De afgelopen twee jaar hebben bij Sander|Fritom ongeveer veertig mensen dit ‘inleertraject’ doorlopen. De meesten daarvan zijn zij-instromers. Coen: “Die zijn wat theoretischer, minder praktisch. Iemand die altijd al chauffeur wilde worden en met zijn vader heeft meegereden, heeft gevoel voor de wagen en de handelingen. Daar staat tegenover dat zij-instromers soms vragen stellen die ons ook weer aan het denken zetten.”


 

Wie: Coen van Extel

Leeftijd: 40 jaar

Woonplaats: Gemert

Functie: vrachtwagenchauffeur (lzv), mentorchauffeur

Loopbaan: Coen werkt ruim 20 jaar bij Sanders|Fritom. Zijn eerste baan was chauffeur distributie bij Dommelsch/Oranjeboom. “Ik dacht bij Sanders ervaring op te doen – en dat doe ik nog steeds. Eigenlijk wilde ik internationaal rijden, maar dat is er niet van gekomen. Ik vind de uitdaging als nationaal chauffeur groter: per dag twintig keer achteruitrijden in plaats van twee dagen vooruit.”

 

Wie: Harm Ermers

Leeftijd: 50 jaar

Woonplaats: Mill

Functie: planner/mentor

Loopbaan: Harm werkt ruim 13 jaar bij Sanders|Fritom. Hij leerde voor bakker, maar wilde altijd al vrachtwagenchauffeur worden. Zijn eerste baan was bij een witgoedbedrijf, daarna reed hij een aantal jaren voor verschillende bedrijven op het buitenland. “Toen ik kinderen kreeg, heb ik gesolliciteerd bij Sanders. Daar kon je toen, in 2005, al 4 dagen werken. Ik heb eerst paar jaar binnenland gereden en in 2007 te kennen gegeven dat ik planner wilde worden.”


TON-tip

Mentor of praktijkopleider

De rol van mentorchauffeur lijkt veel op die van een praktijkopleider. Het verschil is dat een praktijkopleider jonge mensen wegwijs maakt, die in een bbl-traject zitten en hun eerste werkervaring opdoen. Net als de praktijkopleider, moet je als mentor(-chauffeur) de benodigde vakinhoudelijke kennis hebben. Maar kun je die kennis ook op anderen overdragen? Kun je motiveren, op de goede manier feedback geven?

Wil je nog beter worden als mentor of praktijkopleider? Meld je dan aan voor de 2-daagse opleiding Praktijkopleider. Draagt jouw werkgever SOOB-subsidie af? Dan wordt 75 procent van de opleiding door SOOB vergoed.

Kijk op: stlwerkt.nl/opleidingpraktijkopleider


Fotografie: Gertjan Kooij/Beeldboot

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *