Hoog tijd voor een beetje geluk

Persoonlijk verhaal

Op een bordje achter de voorruit van zijn wagen staat: “Happiness is a journey, not a destination”. Geluk is een reis, geen bestemming. Voor Eddy Blankenstijn is deze spreuk belangrijk. “Ik heb de laatste zestien jaar zoveel ellende meegemaakt, dat ik wel toe ben aan een beetje geluk.”

 

Eddy Blankenstijn – 59 jaar – woont in Ederveen – is 40 jaar vrachtwagenchauffeur – werkt ruim 4,5 jaar bij AG Transport in Lunteren

“Mijn verhaal begint eigenlijk in 2000. Dat jaar word ik aan mijn schouders geopereerd. Daarna ga ik alweer snel aan het werk. Ik ben niet zo’n thuisblijver. In 2003 en 2005 volgen nog eens operaties. Die derde keer gaat het mis. Ze zetten de spuit met verdoving verkeerd in mijn nek. Ik merk meteen dat het niet goed zit. Als ik thuiskom, krijg ik vreselijke hoofdpijn. Dat blijkt clusterhoofdpijn te zijn. Die komt in golven, die enkele weken tot maanden kunnen duren.”

Zuurstoffles in auto
“Bij zo’n aanval gaan je aderen openstaan en die drukken dan op je zenuwen. Dat is een verschrikking. Zuurstof zorgt ervoor dat de aanval korter duurt, dus zet ik thuis en in mijn auto zuurstofflessen neer. In het begin krijg ik soms wel vier aanvallen per nacht. En dan toch de volgende dag weer vijftien uur aan het werk. De laatste aanval heb ik vierenhalf jaar geleden, maar er staat thuis nog altijd zuurstof. En in de auto ligt een neusspray.”

Pallets op onderbeen
“In 2007 krijg ik een bedrijfsongeval. Ik werk dan net negen maanden bij LCW Groningen. Bij een distributiecentrum in Geldermalsen moet ik lege pallets ophalen. De heftruckchauffeur zet te snel een stapel pallets neer, waardoor ze omvallen op mijn onderbeen. Er zit een S in mijn bot. Zo’n twintig centimeter bot steekt naar buiten. Het gebeurt om vijf uur in de ochtend. Pas vijftien uur later word ik geopereerd.”

Begripvolle werkgever
“Er volgen in de loop der jaren nog achttien operaties. Steeds ga ik aan het werk, tot ik niet meer kan lopen en dan beland ik weer in het ziekenhuis. Gelukkig doet mijn werkgever LCW veel voor me. Ik krijg een nieuwe auto met een elektrische pompwagen. Werk waarbij ik minder hoef te lopen. En voor mijn clusterhoofdpijn een standairco, want als ik een aanval heb, krijg ik het altijd erg warm. Dat begrip bij mijn baas is fijn, want ik vind werk heel belangrijk. Thuiszitten is niets voor mij.”

Pijn op de borst
“Na al die pech, denk je: ik heb mijn portie wel gehad. Maar in de winter van 2012 gaat het weer mis. Als ik het winterzeil van mijn wagen opentrek, voel ik een vreemde pijn op mijn borst. De dokter stuurt me naar het ziekenhuis. Lang verhaal kort: mijn vier kransslagaderen zijn dichtgeslibd. Dus dat wordt een openhartoperatie, met vier omleidingen. Na een week ben ik weer thuis, maar de pijn in mijn borstbeen gaat niet over. Morfinepleisters helpen niet. Het voelt alsof de ijzerdraadjes rond mijn borstbeen te strak zitten. Zes weken na de operatie maken ze mijn borst opnieuw open. Dan blijkt inderdaad dat die draadjes te strak in mijn botvlies zitten. Foutje van de chirurg. Weer een operatie.”

Andere werkgever
“Altijd ga ik na zo’n opname weer snel aan het werk. Dat waardeert mijn werkgever ook. Maar in 2017 komt er bij LCW een nieuwe directie en die jongens vragen zich af of ik nog wel bij ze pas. Dan breekt er iets in me. Gelukkig kom ik net in die tijd bij AG Transport in gesprek met de zoon van de directeur. ‘Kom eens langs’, zegt die en dat doe ik. Blijkt dat die directeur en ik elkaar nog van vroeger kennen. Dus we komen snel tot zaken. Ik word uitgeleend aan DB Schenker en ga stukgoed rijden in Nederland en Duitsland. Lopen hoef ik bijna niet meer. Alleen om mijn trailer aan en af te koppelen. Het geluk lacht me eindelijk toe, denk ik…”

Lymfeklierkankercellen
“Maar mooi niet, dus. Eind 2020 laat ik een maagdarmonderzoek doen, omdat ik al jaren last heb van bloedarmoede. Blijkt er een zweer aan een darmuitstulping te zitten. Op 28 januari, de verjaardag van mijn moeder en van mij en mijn tweelingzus, ga ik onder het mes. Anderhalve week later zit ik alweer op de wagen. Maar helaas blijken in het weggesneden stukje darm lymfeklierkankercellen te zitten. Volgen er weer allerlei onderzoeken, zoals een beenmergpunctie en verschillende scans. Tot nu toe zijn er geen nieuwe kankercellen gevonden. Om de vier maanden ga ik door de molen om te kijken of de cellen actief zijn.”

Kracht om door te gaan
“Ja, als ik het zo vertel, is het wel een verhaal vol tegenslagen. Hoe ik dat volhou? Dankzij mijn vrouw José en mijn zoon Danny. Zij zijn het belangrijkste in mijn leven. Ik zit alle dagen alleen op de wagen en dan ga je malen. Mijn vrouw José en ik bellen minstens drie keer per dag. Ik heb veel geluk dat ik haar heb. Zij geeft mij de kracht om door te gaan.”

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *