Coronagevolgen: door blijven rijden

COVID-19 waart een half jaar rond. De maatregelen om het de kop in te drukken, grijpen diep in. Niemand ontkomt aan de gevolgen, al heeft de een er meer last van dan de ander. David, die al zijn leven lang op Italië rijdt, ervaart hoe het is om in spooksteden te komen.


David Timmer – 62 jaar – woont in Andel – is 44 jaar vrachtwagenchauffeur – werkt 42 jaar bij E. van Wijk Logistics in Giessen

IN MIJN CABINE BEN IK VEILIG

Elke maandagochtend stapt David Timmer in zijn vrachtauto en stuurt hij richting Italië. Dat doet hij al 42 jaar. En dat blijft hij doen tot aan zijn pensioen. In die vele jaren maakte hij van alles mee, maar de laatste maanden zijn wel heel bijzonder. Hij bleef Noord-Italië bezoeken, ook toen de corona-uitbraak daar piekte. “Last van angst? Nee, ik ben geen moment bang geweest om besmet te raken. Als chauffeur heb je het voordeel van je eigen cabine.”

 

Toestroom van patiënten

Op 31 januari duikt het coronavirus op in Italië. Rond 25 februari verdrievoudigt het aantal besmettingen elke 48 uur. De ziekenhuizen in het noorden van het land kunnen de toestroom van patiënten niet aan. Reizen naar en van elf gemeenten rond Milaan wordt beperkt. David is op dat moment in Milaan en merkt aan den lijve dat het ernst is.

 

Rijden door spooksteden

“Mijn collega belde om af te spreken waar we zouden gaan eten. Toen we bij dat restaurant aankwamen, was het gesloten. Ze wilden ons wel buiten bedienen. Bij een ander restaurant zaten drie carabinieri in de bar. Daar konden we een maaltijd krijgen. Een week later was alles dicht en liep er niemand op straat. Ik reed door spooksteden. Je zag alleen vrachtwagens op de weg. Dat was heel apart, want in Nederland was er toen nog niets aan de hand.”

 

Klanten terughoudend

Begin maart gaat heel Italië in lockdown. David rijdt nog gewoon op het land. “Klanten, ook de vaste, waren erg terughoudend en hielden ons op afstand. We mochten nergens naar binnen. Niemand had dit ooit eerder meegemaakt. Het was allemaal heel vreemd. Het virus is iets gevaarlijks, dat onzichtbaar rondwaart. Maar bang om besmet te raken ben ik niet geweest. In mijn cabine was ik veilig.”

 

Onduidelijke regels

Onderweg merkt David dat elk land andere regels hanteert. In Italië moet je mondkapjes op en bij de Zwitserse grens staan chauffeurs gewoon in een rij bij de douane. “Ik heb kantoor geappt, want ik wilde graag meer informatie. Welke grenzen zijn open en welke beschermingsmiddelen zijn in welk land verplicht. Maar op kantoor wisten ze het ook niet. Elk land neemt weer andere maatregelen en wat de ene dag nog mag, is de andere dag verboden.”

 

Land op slot

Op 22 maart sluiten in Italië alle niet-essentiële fabrieken, winkels en bedrijven voor twee weken. Alleen supermarkten, apotheken, banken, postkantoren en fabrieken voor levensmiddelen en medicijnen blijven in bedrijf. David: “Voor het eerst in mijn loopbaan als internationaal chauffeur ben ik toen twee weken niet in Italië geweest. Het hele land zat op slot.”

 

Hermetisch afgesloten

Na die twee weken mag David weer het Zuid-Europese land in. E. van Wijk voorziet hem van een grote doos met goede mondmaskers, handschoenen en desinfecterende gel. “Dat was wel nodig, want in Italië mocht je nergens meer naar binnen zonder mondkapje. We konden trouwens nog steeds niet rijden op Bergamo en Codogno. Die plaatsen waren hermetisch afgesloten van de buitenwereld.”

 

Keukenrol onder de arm

En dan gaan ook Nederland en Duitsland in lockdown. “Van de ene op de andere dag ben je onderweg helemaal aangewezen op jezelf. Alle restaurant, barretjes, parkeerplaatsen, toiletten bij tankstations, allemaal dicht. Dan moet je met een keukenrol onder je arm de bosjes in.” Voor David betekent dit dat hij een tijdlang honderd procent zelfvoorzienend moet zijn. Dat is aanpassen, want hij is gewend om in Italië elke avond in een restaurant te zitten. “Lekker eten met collega’s, wijntje erbij. Kon dus niet meer.”

 

Angstige douane

Inmiddels is in Nederland de ernst van de pandemie doorgedrongen. Buren in de straat vragen of David nog steeds op Italië rijdt. “Ze vonden dat gevaarlijk en dat ik er eigenlijk niet naartoe moest gaan.” Ook bij de Douane bespeurt hij angst. “Als ze vroegen waar ik vandaan kwam, deinsden ze terug als ik Italië zei. Mijn vrouw Anja had het er ook wel moeilijk mee. Bij terugkomst vroegen we ons af of we wel samen in een bed moesten slapen.”

Schoonmoeder en zonen

In Brabant woedt het virus heftig. David merkt de gevolgen. “Anja’s moeder is tachtig en woont nog zelfstandig. Zij is een aantal weken niet bij ons geweest. We hebben twee volwassen zonen en twee kleinkinderen. Onze oudste zoon kwam niet langs met zijn vrouw en kind. De jongste met zijn gezin wel, maar dan hielden we gepaste afstand. Gelukkig is nu alles genormaliseerd en zien we onze kinderen en kleinkinderen weer.”

 

Wekelijkse update

David is zeer tevreden over de manier waarop zijn werkgever E. van Wijk Logistics met de coronacrisis omgaat. “Elke week kregen we een update over hoe het bedrijf ervoor stond. Ze zijn wel in de min gedoken, maar het is een gezonde onderneming. Ze hebben hun hand niet opgehouden voor staatssteun. En wij hebben allemaal ons vakantiegeld gehad. Alleen de order voor een paar nieuwe wagens hebben ze opgeschort. Het is een echt familiebedrijf en daar ben ik trots op. Het is fijn dat ik tot mijn pensioen bij hen op Italië kan rijden.”

 


Hoe zit het?

Hoe zit het met werken onder coronamaatregelen? Hier vind je antwoord op veel vragen: stl.nl/corona


Fotografie: Marco Hofsté

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *